Belastingplan 2019, belangrijkste wijzigingen op een rijtje!

De Tweede Kamer heeft onlangs het Pakket Belastingplan 2019 aangenomen. De vele moties die op het plan waren ingediend zijn ook goedgekeurd. Wat betekent het Belastingplan 2019 voor u? Bekijk alle maatregelen op een rij en bereken zelf wat u overhoudt. Middels deze blog houden wij u op de hoogte van wat de impact van de nieuwe regels zullen zijn.

20189-640x32011

Wij dienen een onderscheidt te maken in de wijzigingen mbt ons allen en wijzigingen mbt ondernemend Nederland. Allereerst zullen wij de belangrijkste wijzigingen die van impact zijn op ons allen uit het pakket Belastingplan 2019 beschrijven.

Belangrijkste wijzigingen voor ons allen

1. Tweeschijvenstelsel

Het kabinet wil het stelsel met 4 schijven vervangen door een tweeschijvenstelsel. Dit staat in het Belastingplan 2019.

133-18096_minfin_infographics_tweeschijvenstelsel-az

Mensen met een inkomen boven € 20.000 gaan er op vooruit. Dat komt onder andere doordat de meeste tarieven van de inkomstenbelasting omlaag gaan. De inkomstenbelasting wordt berekend over 2 schijven in plaats van 4 en het belastingpercentage per schijf gaat omlaag. Daardoor wordt het ook minder belangrijk of het inkomen door 1 of 2 personen in een huishouden wordt verdiend.

Gevolgen nieuwe stelsel voor AOW-gerechtigden

Zodra iemand de AOW-leeftijd bereikt, gelden aangepaste tarieven.

inkomen max.
€ 20.142*
inkomen max.
€ 33.994**
inkomen max.
€ 68.507
inkomen boven
€ 68.507
AOW-gerechtigden
2018 18,65% 22,95% 40,85% 51,95%
2019 18,75% 20,20% 38,10% 51,75%
2020 19,15% 37,05% 49,50%

*Schijfgrenzen schuiven na 2018 iets op door inflatiecorrectie
**Voor mensen geboren voor 1 januari 1946: € 34.404

2. Algemene heffingskorting gaat omhoog

Mensen krijgen in 2019 een hogere algemene heffingskorting op hun inkomstenbelasting. Hierdoor krijgen zij over hun inkomsten tot € 50.000 per jaar meer korting en betalen zij dus minder belasting. Dit staat in het Belastingplan 2019.

133-18096_minfin_infographics_algemene-heffingskorting-az

De algemene heffingskorting is een korting op de inkomensbelasting en premie volksverzekeringen. De korting is afhankelijk van het inkomen: hoe lager het inkomen, hoe hoger de korting. Door de algemene heffingskorting te verhogen neemt het besteedbaar inkomen toe met maximaal € 184 per jaar. Dit geldt voor mensen met een inkomen tot € 50.000 per jaar.

3. Wijziging arbeidskorting

Werknemers en zelfstandigen die tussen de € 20.000 en € 60.000 per jaar verdienen, houden door een hogere arbeidskorting in 2019 netto meer salaris over. Dit staat in het Belastingplan 2019.

133-18096_minfin_infographics_arbeidskorting-az

De arbeidskorting is een heffingskorting voor mensen die werken. Door heffingskortingen betaalt u minder belasting. Door een verhoging van de arbeidskorting gaat werken meer lonen. Door de introductie van een nieuw en hoger opbouwtarief wordt het daarbij voor inkomens tot € 35.000 aantrekkelijker om meer uren te gaan werken. Deze groep houdt door de hogere arbeidskorting netto meer over van het extra inkomen.

4. Verlaging tarief aftrekposten voor hogere inkomens

Voor huishoudens met een inkomen boven € 68.507 wordt vanaf 2020 de hypotheekrenteaftrek sneller afgebouwd. Ook wordt het aftrektarief van een aantal andere aftrekposten geleidelijk afgebouwd. Dit staat in het Belastingplan 2019.

133-18096_minfin_infographics_aftrekposten-lage-tarief-az

De hypotheekrenteaftrek voor inkomens in de hoogste schijf wordt al geleidelijk afgebouwd. Vanaf 2020 gaat dit sneller. Vanaf 2023 zijn de aftrekbare kosten eigen woning nog maximaal aftrekbaar tegen 37,05%. Dat is nu nog 49,5%.

Met de opbrengst van de maatregel wil het kabinet het eigenwoningforfait verlagen. Dit is een percentage van de WOZ-waarde van de woning waarover belasting moet worden betaald.

De tarieven voor een aantal andere aftrekposten, zoals de zelfstandigenaftrek, MKB-winstvrijstelling, giften en partneralimentatie voor deze inkomens wordt ook vanaf 2020 afgebouwd. Ook deze aftrekposten zijn vanaf 2023 nog maximaal aftrekbaar tegen 37,05%.

Met de opbrengst van deze maatregel betaalt het kabinet de verlaging van de inkomstenbelasting.

5. Verhoging lage btw-tarief

Het kabinet wil het lage btw-tarief verhogen van 6% naar 9%. Deze verhoging geldt per 1 januari 2019.

133-18096_minfin_infographics_verhogingbtwtarief-consument-az

 

Belangrijkste wijzigingen voor Ondernemers

Hoe raakt het Belastingplan 2019 ondernemers in hun portemonnee? Hieronder een overzicht van de belangrijkste wijzigingen die van belang zijn voor ondernemend Nederland.

1. Tarief box 2 van 25% naar 26,90% in 2021

Het tarief in box 2 wordt verhoogd. Deze maatregel geldt alleen voor mensen die een belang hebben van minimaal 5% in een vennootschap. Dat staat in het Belastingplan 2019.

133-18096_minfin_infographics_box-2-tarief-az

Het belastingtarief op winst uit aandelen gaat van 25% naar 26,25% in 2020. In 2021 gaat het tarief naar 26,90%. Het kabinet compenseert met deze maatregel de lagere winstbelasting voor ondernemers (vennootschapsbelasting). Hij geldt voor belastingplichtigen met inkomsten uit aanmerkelijk belang. Daar is sprake van als iemand meer dan 5% van de aandelen van een vennootschap bezit. Aanmerkelijk belang wordt belast in box 2 van de inkomstenbelasting.

2. Verhoging lage btw-tarief voor ondernemers

Het kabinet wil het lage btw-tarief verhogen van 6% naar 9%. Deze verhoging geldt per 1 januari 2019.

133-18096_minfin_infographics_verhogingbtwtarief-ondernemer-az-1

Voorbereidingen voor Ondernemers

Het is van belang dat ondernemers zich in 2018 al voorbereiden op de tariefsverhoging. Het nieuwe tarief heeft impact op:

  • de administratie;
  • de prijzen van goederen en diensten;
  • de facturatie en btw-aangifte bij de jaarovergang.

Offertes die in 2018 worden gemaakt voor goederen of diensten die 2019 worden geleverd, moeten uitgaan van een btw-tarief van 9%.

Het kabinet vindt dat ondernemers al genoeg administratieve lasten hebben. Vindt een prestatie in 2019 plaats, maar is de betaling in 2018 voldaan? Dan geldt hiervoor het 6%-tarief. Denk hierbij bijvoorbeeld aan concert- of seizoenkaarten die in 2018 worden betaald, terwijl de evenementen pas in 2019 plaatsvinden. Pas voor betalingen vanaf 1 januari 2019 geldt het 9%-tarief.

3. Tarief vennootschapsbelasting (vpb) omlaag

Het tarief van de vennootschapsbelasting gaat omlaag. Dat staat in het Belastingplan 2019.

infographic-vennootschapsbelasting-v2

Vanaf 2019 gaat het tarief van de vennootschapsbelasting stapsgewijs omlaag. De eerste schijf wordt dan 19%, de tweede 25%. Vanaf 2020 dalen die tarieven naar 16,5% en 22,55%. In 2021 naar 15% en 20,50%.

4. Kleineondernemersregeling wijzigt

De kleineondernemersregeling (KOR) wordt per 1 januari 2020 gemoderniseerd. Het wetsvoorstel loopt mee in het traject van het pakket Belastingplan 2019.

133-18096_minfin_infographics_modernisering-kor-az1

Kleine ondernemers met maximaal € 20.000 omzet in Nederland kunnen vanaf 1 januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van omzetbelasting. Dit betekent dat hij geen btw in rekening brengt aan zijn afnemers en dus ook geen btw meer mag vermelden op zijn facturen. Hij is daarnaast ook ontheven van het doen van btw-aangiften en bijbehorende administratieve verplichtingen. Daar staat tegenover dat deze ondernemer de btw die andere ondernemers aan hem in rekening brengen niet in aftrek kan brengen. De regeling geldt alleen voor de door hem in Nederland verrichte goederenleveringen en diensten.

Het kabinet wil hiermee de kleineondernemersregeling (KOR) vereenvoudigen voor bedrijven en de Belastingdienst. De regeling gaat ook gelden voor bijvoorbeeld stichtingen, verenigingen en bv’s.

5. Verliesverrekening VPB  van 9 naar 6 jaar

Bedrijven kunnen verliezen vanaf volgend jaar nog hooguit 6 jaar voorwaarts verrekenen met winsten. Dat staat in het Belastingplan 2019.

133333-18096_minfin_infographics_vennootschapsbelasting-az-b

Bedrijven kunnen verliezen van voor 2019 nu nog 9 jaar compenseren in de vennootschapsbelasting. Verliezen uit 2020 kunnen nog maar tot en met uiterlijk 2026 worden verrekend. Verliezen uit 2021 tot en met 2027 enzovoort.

6. Afschaffing teruggave BPM Taxivervoer

Taxibedrijven krijgen geen aanschafbelasting (bpm) meer terug bij de aanschaf van nieuwe wagens. Dat staat in het Belastingplan 2019.

1111-18096_minfin_infographics_bpmteruggaaf-az

Het kabinet wil bedrijven aansporen om milieuvriendelijkere straattaxi’s en taxibusjes voor bijvoorbeeld vervoer van gehandicapten of leerlingen te kopen. Voor auto’s die minder CO2 uitstoten, is de bpm lager. Voor auto’s die geen CO2 uitstoten hoeft geen aanschafbelasting te worden betaald.

Hulp nodig?

We kunnen ons voorstellen dat u na het lezen van dit artikel nog vragen hebt. Vraag uw adviseur naar meer informatie hierover. Hebt u geen boekhouder of administrateur? Kijk dan verder op onze site, wellicht dat onze diensten ook bij u aansluiten!

Bron: Belastingplan 2019 / Rijksoverheid

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s