Vermogensetikettering: privé of toch zakelijk?

Het is van belang om correct te bepalen welke vermogensbestanddelen voor de inkomstenbelasting (IB) toegerekend kunnen worden tot ondernemingsvermogen of privévermogen. Dat wil zeggen, alles wat u aanschaft of wat u in uw bezit heeft kan worden gelabeld als privévermogen, ondernemingsvermogen of keuzevermogen. Bij privévermogen en ondernemingsvermogen is er veelal weinig keuze, het gebruik bepaald de indeling. We noemen de bezittingen en gelden ook wel vermogensbestanddelen. Deze bestaan onder meer uit uw eigen spaargeld, uw huis, uw auto en/of een werkruimte die u koopt of huurt.

In het kort

De vermogensetikettering in de inkomstenbelasting kent drie smaken: verplicht ondernemingsvermogen, verplicht privévermogen en keuzevermogen. Het toerekenen van vermogen aan de zaak of aan privé geeft in de praktijk veel problemen. Koopt de ondernemer goederen of een zaak die hij nagenoeg uitsluitend voor privé of nagenoeg uitsluitend voor de zaak gaat gebruiken, dan is de toerekening – de vermogensetikettering – géén probleem: er is sprake van verplicht privévermogen of verplicht ondernemingsvermogen. Het is de tussencategorie die problemen oplevert, de vermogensbestanddelen die voor de zaak én voor privé worden gebruikt, of die ene zaak die gemengd, voor privé en zakelijk, wordt gebruikt. Dat is het keuzevermogen, de ondernemer mag kiezen. Maar die keuzevrijheid wordt begrensd door de redelijkheid en billijkheid. En soms lijkt een zaak tot het keuzevermogen te behoren, maar dan moet die gesplitst worden in twee of nog meer afzonderlijke zaken die de ondernemer apart moet etiketteren. De keuzevrijheid kan dan volledig vervallen. In deze blog gaan we in op de vermogensetikettering voor ondernemers in de inkomstenbelasting, met the do’s and dont’s.

Ondernemersvermogen versus privévermogen

Er is sprake van verplicht ondernemingsvermogen als vermogensbestanddelen duidelijk bij een bedrijf horen (en dus als bedrijfsvermogen kwalificeren) of als deze voor meer dan 90% zakelijk worden gebruikt. Dit kan het geval zijn bij de aankoop van een kantoorpand die u aanschaft om in te huisvesten. Deze investering mag je dan niet tot je privévermogen rekenen. Het verplicht ondernemingsvermogen moet op de balans van de onderneming worden opgenomen. Het moet geactiveerd worden, voor de kostprijs, plus alle bijkomende kosten die de ondernemer maakt om dat bedrijfsmiddel ‘bedrijfsklaar’ te krijgen, in de toestand waarin hij het binnen zijn onderneming wil gaan gebruiken. Tot het verplichte ondernemingsvermogen behoren een bedrijfsgebouw, het machinepark, de vracht- en bestelauto’s, etc. Vorderingen en schulden die door de bedrijfsuitoefening ontstaan, behoren ook tot het verplichte ondernemingsvermogen.

Verplicht privévermogen zijn vermogensbestanddelen die duidelijk privévermogen zijn (en dus als privévermogen kwalificeren) of (vrijwel) geen band met de bedrijfsuitoefening hebben. Een huis waarin je woont bijvoorbeeld is duidelijk privévermogen, zelfs als je daar af en toe een zakelijk telefoontje zou plegen of af en toe werk mee naar huis neemt. Denk daarnaast ook aan de inboedel van die woning, de privé-bankrekening, de verplichting om alimentatie te betalen, de trouwjurk etc. Zaken die tot het verplichte privévermogen behoren, komen niet op de balans van de onderneming.

Kenmerkend voor het verplichte ondernemings- of privévermogen is dat de ondernemer geen keuzerecht heeft. De aanwending van de zaak, de functie binnen het ondernemings- of privé vermogen is beslissend. De wil van de ondernemer speelt hier geen rol. Zijn bedoeling soms wel. Als de ondernemer een zaak koopt, met de overduidelijke bedoeling om die uitsluitend binnen zijn onderneming te gaan gebruiken, maar hij gebruikt die door omstandigheden eerst, tijdelijk in privé, dan behoort die zaak toch tot het verplichte ondernemingsvermogen. Ook in omgekeerde zin kan dit zich voordoen. Duidelijk zal zijn dat dit soort vraagstukken opgelost moeten worden aan de hand van de feiten en omstandigheden in het desbetreffende geval.

Keuzevermogen

Wanneer het niet zeker is dat iets als ondernemings- of privévermogen kan worden gerekend, gaat het om keuzevermogen. Tot het keuzevermogen behoren de vermogensbestanddelen die de ondernemer zowel zakelijk als privé gebruikt. Zaken of goederen met een wisselend of een gemengd gebruik. De ondernemer mag bij deze zaken kiezen of hij dat tot zijn ondernemings- of privé vermogen rekent. Hij moet die keuze tot uitdrukking brengen door het betreffende vermogensbestanddeel al dan niet op de balans op te nemen. De ondernemer kan terugkomen op die keuze (voor de heffing van inkomstenbelasting, niet voor de omzetbelasting) zolang de aanslag over het desbetreffende jaar nog niet onherroepelijk vaststaat. De wil van de ondernemer is hier beslissend. De ondernemer is wel beperkt in zijn keuze: die moet redelijk zijn. De belastinginspecteur kan de keuze van de ondernemer toetsen of hij wel binnen de grenzen van de redelijkheid is gebleven. Is dit niet het geval, dan moet de ondernemer zijn keuze herzien.

Keuzevermogen: privévermogen of ondernemersvermogen?

  • Alle kosten (bijvoorbeeld onderhoudskosten) zijn aftrekbaar;
  • U kunt afschrijven;
  • U kunt in aanmerking komen voor investeringsaftrek.

Beide keuzes hebben hun eigen voordelen, maar het meest wordt gekozen voor ondernemersvermogen.

Andere niet onbelangrijke, minder bekende voordelen:

  • Een keuze om een pand tot het zakelijk vermogen te rekenen, heeft als voordeel dat de rente op de lening voor dit pand aftrekbaar is, zonder de beperkingen die daarbij gelden bij een eigen woningschuld (denk aan de bijleenregeling);
  • U verlaagt uw jaarwinst doordat u extra kosten (zoals onderhouds- en afschrijvingskosten) aftrekbaar kunt maken;
  • De balanspresentatie (vermogen) is gunstiger en dit kan van pas komen bij het verkrijgen van kredieten.

Bij bedrijfsopvolging kan bovendien het overdragen van ondernemingsvermogen fiscale voordelen hebben ten opzichte van het overdragen van privévermogen.

Moet je voor keuzevermogen dan altijd ondernemersvermogen kiezen?

Het lijkt erop dat er veel voordelen zijn voor ondernemersvermogen bij keuzevermogen. Toch heeft het niet alleen maar voordelen. Zo is de eventuele boekwinst bij verkoop belast. U moet uw keuze voor ondernemers- dan wel privévermogen uiteindelijk baseren op de verwachte waardestijging of -daling van het vermogensbestanddeel.

Bij veel investeringen is het inderdaad slim om te kiezen voor ondernemingsvermogen. Een uitzondering is als u verwacht dat een vermogensbestanddeel op termijn een grote boekwinst kan opbrengen (zoals panden). Dan zal de keuze meestal op privévermogen uitkomen.

Keuze staat vast

Let erop dat het toewijzen van uw keuzevermogen definitief is. Wanneer u eenmaal hebt gekozen onder welk soort vermogen een vermogensbestanddeel valt, dan kunt u niet meer terug. U kunt dus bij vergelijkbare aankopen niet het ene jaar kiezen voor privévermogen en het andere jaar ondernemingsvermogen omdat het beter uitkomt.

Hulp nodig?

We kunnen ons voorstellen dat u na het lezen van dit artikel nog vragen heeft. Vraag uw adviseur naar meer informatie hierover. Hebt u géén boekhouder of administrateur? Kijk dan verder op onze site, wellicht dat onze diensten ook bij u aansluiten!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s